Geestkracht in tijden van Corona

De Corona crisis is een wereldwijde crisis van mythische proporties. Hij beïnvloedt over de hele wereld het dagelijkse leven van bijna elk mens. En voornamelijk op een beperkende tot dramatische manier. Maar zoals elke crisis biedt ook de Corona crisis een goede kans om je geestkracht te versterken.

Om je een handreiking te bieden hoe je dat kunt doen, lopen we in dit artikel langs de zeven plus één niveaus van het Double Healix model van Leiderschap.

Het leven als verhaal – Universaliteit

Als we de Corona crisis vanuit het basale, mythische perspectief benaderen, dan zien we hem als variatie op het verhaal dat ieder mens elke keer opnieuw doorloopt, soms alleen, soms als groep. De fase waarin we nu met de Corona crisis zitten, is er een waarin er iets dreigends over ons heen komt waarvan we niet weten hoe groot de impact zal zijn. In verhalen kan het een naderend onweer zijn, een aangekondigde storm, een aanzwellende tsunami, of een ander onheil dat zich voltrekt zonder dat we helemaal zeker zijn hoe we met die overmacht moeten omgaan.

Deze basale laag van waaruit we de huidige ervaring kunnen benaderen, is de mythische laag die we in het model Universaliteit noemen. We noemen dit niveau 0, want het is een laag die onder alle andere niveaus van menselijke ontwikkeling ligt. Het is als het ware het fundament van al onze ervaringen. Carl Jung noemde dit niveau het Collectief Onbewuste.

Veel verhalen vertellen ons dat het loont om dit gevoel van onmacht toe te laten en te beseffen dat er grotere krachten in ieders leven spelen die je moet ondergaan. Het helpt je om ontzag, solidariteit en bescheidenheid te ontwikkelen. Dat wil niet zeggen dat je zonder actie hoeft te zijn, want je bevindt je altijd in een spanningsveld met de tegenpool.
In het Double Healix model noemen we de fase waarin we nu verkeren de Omslag (fase 8, in het Engels: Reversal of Fortune). In de verhalencirkel ligt deze fase in een spanningsveld tegenover de Oproep. Daar geldt dat je in actie moet komen en dat elke gebeurtenis een begin van een nieuwe reis kan blijken te zijn. De aanpak vanuit het Double Healix model is om een combinatie van deze twee principes te maken: vanuit innerlijke rust en ontzag in actie komen en je dan voorbereiden op de volgende fase, de Dolk (fase 9).

In de Dolkfase wordt pijn ervaren en inzicht opgedaan. Daarna volgt fase 10, Terugkeer naar het Licht, waarin we onze richting hervinden. In fase 11, Wederopstanding, ervaren we de transformatie die deze beproeving heeft gebracht. In de twaalfde en laatste fase van de reis, Elixer, heeft de beproeving iets opgeleverd voor het collectief. Maar zover zijn we nog niet. En mogelijk komen we voorlopig ook nog niet zover.

Om de Dolkfase goed te begrijpen, moeten we ook hier naar de tegenpool in het spanningsveld kijken. Die pool heet ‘Weerstand tegen verandering’. Als deze weerstand minstens even sterk is als de crisis-energie van de Dolk, dan kan de volgende fase, Terugkeer naar het Licht, mogelijk niet goed genoeg worden bereikt. Pas als de Corona crisis heel zwaar  zou ingrijpen in ons collectieve bewustzijn – te vergelijken met de Spaanse Griep 100 jaar terug – zou het voor een wezenlijke transformatie kunnen zorgen. Maar dat valt nog te bezien. Eigenlijk is het aantal mensen dat sterft beperkt, hoe pijnlijk ook. Het is dus de vraag of de dolk diep genoeg gaat om (blijvend) gevoeld te worden en de reis terug naar het licht kan worden vervolgd. We vallen dan terug in het motief van de tegenpool: business as usual.
In elk geval kan het helpen om op deze – narratief psychologische – manier naar onze eigen lotgevallen te kijken. We zitten in een verhaal en zijn tegelijk publiek, schrijver, acteur, regisseur en figurant. Deze wisseling van perspectieven geeft de benodigde betrokken afstand.

Onze basale behoeften – Simpliciteit

We gaan naar de eerste laag van menselijke ontwikkeling die zich dichtbij de mythische laag bevindt. Op dit niveau van het Double Healix model, Simpliciteit, gaat het om basale behoeften. De Omslag fase roept veel op: de behoefte aan veiligheid, de behoefte aan geruststelling, de behoefte om verzorgd te worden en de behoefte om passief te volgen wat er wordt gezegd. Om er maar een paar te noemen. Het is deze betrekkelijk jonge laag waarop we bang en bezorgd worden, waarop we in paniek raken, van waaruit we bijgelovig, bezwerend gedrag vertonen zoals het hamsteren van WC-papier. 

Levenskunst bestaat uit het liefdevol omgaan met onze basale behoeften, ze voor zover mogelijk bevredigen en voor zover niet mogelijk: ons innerlijke kind geruststellend toespreken.

Onze driften en drijfveren – Sensationaliteit

Het tweede niveau van ontwikkeling, Sensationaliteit, betreft onze driften en drijfveren. Op dit niveau wordt ons bewustzijn sterk gekleurd door onze seksuele en agressieve energie en door onze persoonlijke typologie. We zullen hier dus allemaal verschillend reageren, afhankelijk van ons temperament en ons persoonlijkheidstype.
We zullen deze op sensatie beluste laag in onszelf moeten leren besturen. Dat doen we door te erkennen dat een deel van ons geniet van het spektakel en de spanning, terwijl misschien een ander deel van ons angst heeft en paniek voelt opkomen.
Afhankelijk van ons persoonlijkheidstype zullen we sturing aan onszelf kunnen geven: de sensatie-zoekers onder ons kunnen oefenen met minder vaak op social media te kijken naar het nieuws over Corona (maximaal tien keer per dag is dan al een hele prestatie), terwijl de meer vermijdende persoonlijkheden kunnen oefenen om – afgestemd op wat ze aankunnen – zich er meer in te verdiepen.

Als we dieper in deze laag kijken, vinden we vaak geladen associaties. Onder de sensatielust zit dan misschien schuldgevoel, strafbehoefte, diepere levensangst. Tegenslag wordt dan soms beleefd als een ‘straf van God’. Ook hier geldt de uitdaging: beaam het gevoel, kijk het in de ogen, het mag er zijn, maar het hoeft niet je handelen te bepalen. Je kunt het schuld- of schaamtegevoel ook gebruiken om je slechte gewoonten af te leren. Dezelfde soort ‘beamende’ houding geldt voor de verschillende vormen van paniek die opkomen, uit onze eigen angst voor armoede of de dood, of ingedruppeld vanuit de media.

Op dit niveau hebben we de kans om te zorgen voor onze vitaliteit. Om gezonde sensaties op te doen. Naar buiten gaan, zonlicht opdoen, frisse lucht inademen, genoeg lichaamsbeweging krijgen, en zorgen voor bevrediging van onze driften voor zover dat onze veerkracht in deze tijd dient. Op dit niveau zijn allerlei persoonlijke oplossingen in te zetten, zoals muziek luisteren, dansen, genieten van de extra vrije tijd, yoga, je geliefde verwennen, spelen met je kinderen, huis opruimen, genieten van de rust, thuis fitness doen enzovoort.

Onze basale competenties – Maximaliteit

Het derde niveau van ontwikkeling noemen we Maximaliteit. Het bestrijkt ons competente handelen als zelfsturende individuen, als partners in een relatie en als opvoeders van jonge kinderen. Het gaat hier om basale relationele skills, professionele vaardigheden en rationele besluiten. Hygiëne van huis en werkplek bijhouden, mijden van drukke plaatsen, vooruit denken, informeren en geruststellen van kinderen. Hierbij hoort ook het maken van een lijst van dingen die je nodig hebt om twee weken thuis te zijn, maken van afspraken om zinvol werk te kunnen doen.

Op dit niveau ontwikkelen we ‘time-binding’: het plannen van financiën, het maken van ‘contingency plans’ en vooral ook het – per skype of apps – bijhouden van je vriendschappelijke en professionele contacten. Dit niveau bestrijkt de kleinere kring van familie, vrienden en directe collega’s. Ondernemers zullen op dit niveau moeten vooruit denken hoe ze de crisis gaan overleven en welke aanpassingen ze kunnen doen aan hun producten en diensten. Ook hier hebben we de mogelijkheid om ons gedrag aan te passen, om alvast een vakantie te plannen in eigen land. Op die manier stemmen we ons gedrag af op ons krappe budget en de noodzaak om minder ver te reizen.

Onze hogere relationele vaardigheden

Het vierde niveau noemen we Relationaliteit. Het gaat hier om complexere sociale vaardigheden zoals community building. Hier beweeg je met je empathie en compassie voorbij je kring van intimi naar je teams op het werk, de mensen in je wijk en de zwakkeren van je woonplaats. Het gaat hier om acties die voorbij het directe eigenbelang gaan: het koppelen van hulpbieders aan hulpbehoevenden, het bijhouden van mensen die een hart onder de riem nodig hebben. Hoe helpen we elkaar nu? Hoe gaan we deze tegenslag op de lange termijn opvangen? Een voorbeeld is de geboorte van broodfondsen of energie-coöperaties. Wie weet zelfs zorgcoöperaties. Wat is het verhaal dat we van deze crisis willen maken?

Dit niveau bevat een vreemde empathie-paradox. Enerzijds doen we ons hart open voor een grotere groep en tegelijk moeten we onszelf beschermen om niet meegesleurd te worden in de angsten en pijnen van anderen.

Ons systeemdenken – Complexiteit

Het vijfde niveau noemen we Complexiteit. Hier gaat het om strategieontwikkeling van organisaties en landen. Dat wordt door een relatief kleine groep mensen bepaald, maar door veel mensen gedragen. Het gaat hier om besluiten die verstrekkende gevolgen hebben: sluiten we scholen, horeca, kinderopvang, rechtbanken? En zo ja, hoe snel? Hoe lang?
In organisaties gaat het om de vraag hoe om te gaan met voorraden en leveranties, reisverboden, veiligheid van de werknemers, cash flow? Kun je als organisatie of als kleiner bedrijf overschakelen naar meer online producten?

Als ziekenhuis moet je inschatten hoe je je capaciteit optimaliseert, hoe je de regels voor triage gaat opstellen: wie je wel of niet gaat behandelen als er tekorten op de intensive care ontstaan.
En met elkaar moeten we inschatten hoe gek we ons als land laten maken of hoe gevaarlijk de ziekte echt is. Het gaat hier feitelijk om het inschatten van de ernst van de ziekte én hoe ernstig deze ziekte wordt gepercipieerd in de samenleving. Beide zijn relevant. Je kunt in feite een crisis krijgen ‘om niets’, maar dat maakt deze niet minder reëel, niet minder dreigend.

Door deze crisis starten veel overheidsorganisaties met het opzetten van crisis overlegstructuren en netwerken. Het zal de kunst zijn om na deze crisis niet weer over te gaan naar de waan van de dag, maar om te blijven investeren, ook in de relaties. Wie heb je nodig? Met wie moet je nu de komende tijd goed samenwerken?

De regering heeft te maken met timing: hoe snel mag het gaan en hoe draconisch mogen de maatregelen worden? Hoe lang gaan we de beperkingen opleggen? Hoeveel financiële buffer hebben we als land? De grote en complexe vragen zijn: hoeveel voorzichtigheid is geboden zonder de samenleving te verlammen? Hoeveel urgentie moeten we in onze toon leggen, ook vanwege het risico dat we niet meer serieus worden genomen bij een volgende crisis?

Hier hoort ook het proces dat we gaan nadenken over en anticiperen op de periode direct na de crisis. Er worden nu wachtlijsten voor medische behandeling in ziekenhuizen opgebouwd, veroordeelden worden later opgeroepen voor hun straf die na de crisis alsnog moeten worden uitgezeten, asielverzoeken worden nu niet behandeld, rechtszaken worden uitgesteld etc. En de wachtlijsten in de zorg, kinderbescherming etc waren er al vóór de crisis. Wat voor politieke beslissingen gaat deze stapeling vragen?
Dit niveau vraagt om historisch besef: hoe ging het met de Mexicaanse griep of met Sars? Wat is het verschil in kosmopolitische mobiliteit tussen toen en nu? Hoe ver gaan we nu met de scenario’s? Wat gaan we de volgende keer doen als het om een veel dodelijker variant zou blijken te gaan?

Ons mensheidsbewustzijn – Simplexiteit

Het zesde niveau noemen we Simplexiteit. Dit is het vermogen om complexe processen terug te brengen tot essenties. Dan gaat het om het besef dat we als mensheid moeten leren omgaan met de gevolgen van globalisering, interconnectiviteit, verstedelijking, vervuiling en dus pandemieën. 

We zullen als mensheid ook mondiaal moeten denken. Wat verwekte de pest, pokken en de Spaanse Griep, en wellicht SARS en Ebola? In hoeverre speelde een verzwakte bevolking (naast gebrekkige hygiëne) een grote rol? Wat is het verband met de huidige megastallen waarin dieren als luciferstokjes straf tegen elkaar in een doosje zijn gestopt? In hoeverre heeft dit mutaties in ziektes mogelijk gemaakt, zoals Q-koorts, vogelgriep en nu Corona? Die dichtheidsfactoren faciliteren de (snelheid van) verspreiding van nieuwe ziektes. Je kunt er in de praktijk niet uitstappen.

Deze crisis zou kunnen helpen bij het maken van de volgende stappen: het platteland weer meer betrekken bij de stad, meer lokale onafhankelijkheid zonder vermindering van mondiale samenwerking, groen vervoer regelen waarmee we beter kunnen ‘ademen’ tussen stad en groen, nieuwe verdienmodellen ontwerpen die ons respect voor de natuur helpen ontwikkelen.

Op dit niveau gaat het om het verwerkelijken van de Sustainable Development Goals: verminderen van de afstand tussen arm en rijk, verbeteren van universele toegang tot gezondheidszorg, circulaire economie op gang brengen, onderwijs toegankelijk maken.

Pandemieën zijn niet uit te bannen. Wat ons nu overkomt, is voor een groot deel van de naoorlogse (westerse) bevolking een novum: geconfronteerd worden met een verschijnsel waar ze geen invloed op heeft en dat potentieel levensbedreigend is. We zijn ‘sitting ducks’. De wereldoorlogen zijn in de collectiviteit (van Europa) vergeten. Terrorisme sluimert, maar is nog geïsoleerd. Maar een ziekte? Het leidt tot voornamelijk een psychologische crisis, en deze maakt duidelijk dat we niet goed kunnen omgaan met ‘geen invloed’. De realiteit is dat het leven maar beperkt maakbaar is en dat ziektes, het weer, de zee en oorlog nog steeds en op ieder moment de kop kunnen opsteken.

Het is daarom schrijnend dat wat we wel kunnen – en zouden moeten – beïnvloeden niet met urgentie oppakken: klimaat, hoe we steden en natuur inrichten, voedselketens, energievoorziening, dieren-dichtheid, enzovoort. Juist de illusie van de maakbare wereld ontneemt ons de urgentie van de Dolk. Als de dolk wel diep genoeg gaat, begrijpen we weer dat de wereld niet volledig maakbaar is en dat we dus harder moeten werken aan dat wat we wél kunnen organiseren. ‘Getting our priorities straight’, zou wellicht de weg terug naar het licht kunnen betekenen.

De beste manier om onze onmacht met betrekking tot pandemieën te hanteren, is dus een zo gezond mogelijke samenleving te organiseren, met een zo rechtvaardig mogelijke verdeling van rijkdommen en het zo zorgvuldig mogelijk omgaan met onze leefomgeving. Wat dat betreft kunnen we deze crisis gebruiken om de overgang naar een circulaire economie te versnellen. Niet voor niets startte deze pandemie met longklachten in een van de meest luchtvervuilde gebieden ter wereld. Ook hier geldt de vraag of we het collectieve schuldgevoel dat bij iedereen sluimert over de vernietiging van de leefomgeving, kunnen mobiliseren om de grote transitie te versnellen.

Gezonde mensen-longen hangen dan samen met gezonde longen van de aarde. Wat dat betreft brengt deze crisis ons een voorproefje van al het goede dat ons boven het hoofd hangt: minder werken, schonere lucht in de steden, minder vliegen, minder consumeren. We zouden dit wel degelijk kunnen verwezenlijken als we onze economie (lees: onze huidige religie) anders inrichten. In die zin biedt deze crisis een kans om de transformatie door te maken, misschien nog niet als collectieve mensheid, maar dan tenminste wel met een grote groep voorlopers.

Op persoonlijk niveau gaat het om het oefenen met de eigen kwetsbaarheid en sterfelijkheid zonder ons daardoor te laten verlammen. We kunnen met elkaar onderzoeken wat we nu echt belangrijk vinden. We kunnen individueel werken aan onverschrokkenheid en aan betrokken onthechting. En we kunnen ook in ons onderwijs meer aandacht geven aan zingevingsvragen en onze collectieve omgang met de eigen kwetsbaarheid en onze kracht.
Simplexe levenskunst betekent alles terugbrengen tot eenvoud, tot essenties. Tot het besef dat alles wil ademen. Voor dat doel is elke crisis een test, een kans.

Onze mystieke ervaring – Perplexiteit

Het zevende niveau noemen we Perplexiteit. Hier naderen we de mystiek: puur, ongedeeld gewaarzijn. Getuige zijn van wat zich voltrekt en ontzag ervaren. Tegenwoordigheid van geest op het hoogste niveau. ‘Jenseits Gut und Böse’: voorbij goed en kwaad, zouden we met Nietzsche kunnen zeggen.

Dit is een beladen laag omdat we daarmee ‘ja’ zeggen tegen alles wat er gebeurt. Het is een laag waar je beter niet teveel over kunt praten omdat het snel als defaitistisch of amoreel kan worden geïnterpreteerd. Het is de laag van waaruit Karlheinz Stockhausen beweerde dat 9/11 het grootste kunstwerk aller tijden was. Het kwam hem duur te staan. Niet voor niets verwijst het woord ‘mystiek’ naar het Griekse woord ‘muein’ dat zwijgen betekent. 

Toch kan het de moeite lonen om alles wat zich voltrekt in de wereld te zien als een ervaring waar we doorheen gaan als geestelijke wezens. Als een transformationeel proces. Om met een kruisstelling van Pierre Teilhard de Chardin te eindigen: We zijn geen aardse wezens die een geestelijke ervaring opdoen, we zijn geestelijke wezens die een aardse ervaring opdoen.

Take care!

Manfred van Doorn (met dank aan sparringpartner Hans Faber)

Trainingen

Op vrijdag 12 juni 2020 starten we weer een nieuwe jaargang van Integrative Development. We reizen met de deelnemers door zeven niveaus van bewustzijn: behoeften, driften/drijfveren, competenties, team- en relatieontwikkeling, organisatie- en systeemdenken, mondiale ontwikkeling en mystiek. Natuurlijk aan de hand van de meest krachtige illustraties uit films en documentaires.

[:nl]Blog Call to Action banner Lezingencyclus het grote verhaal online course banner[:]

 

 

 

 

 

 

Menu